Waar is de medemenselijkheid gebleven?
Vanuit mijn werk heb ik regelmatig te maken met de dood. Cliënten die zich daarop voorbereiden door het laten opstellen van (levens)testamenten, ofwel dat er vlak voor en na een overlijden nog veel praktische zaken geregeld moeten worden.
Eens kreeg ik het verzoek mee te kijken bij een aangifte erfbelasting van een overleden echtgenote en moeder. Vader en kinderen wilden weten wat de fiscale en financiële consequenties waren. Meerdere uren heb ik daar gezeten, luisterend naar vader, die verdwaalde in de herinneringen over hoe hij ooit zijn grote liefde ontmoette. Wel vijf keer hetzelfde verhaal. De dankbaarheid van de kinderen voor de tijd die ik wilde maken voor vader was van hun gezicht af te lezen.
De notaris die ik vanuit mijn netwerk inschakelde, hield rekening met de fragiele fysieke gesteldheid van vader en bezocht hem thuis voor het opstellen van een levenstestament en een nieuw testament bij overlijden. Achteraf hoorde ik dat het luisteren naar herinneringen zoveel tijd had gekost; geld bleek het criterium …
Vorig jaar wikkelde ik als executeur een nalatenschap af. Dan merk je weer hoe bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd. Een termijn van (tenminste) een maand voor het opzeggen van niet meer gebruikte abonnementen. Een woningbouwvereniging die klakkeloos verwacht dat je er bent omdat nieuwe huurders komen kijken. Als executeur is dit zakelijk te bezien, maar hoe is dit voor een man, een vrouw, een kind die van een dierbare afscheid aan het nemen is? Eenzelfde woningbouwvereniging die een jaar na overlijden nog een rekening stuurt van zes luttele euro’s?
Afgelopen week sprak ik een cliënt die klachtbrieven schrijft aan goede doelen die automatische incasso’s op zijn moeders rekening hebben lopen. Hij krijgt ze maar niet stopgezet hoewel zij in maart overleed. Het doorzenden van de post van moeder verloopt ook problematisch. Regelmatig ontbreken bankafschriften en andere belangrijke poststukken.
Door het recente overlijden van mijn schoonmoeder komen eerdere ervaringen weer naar boven. Mijn schoonzus verliest zich in de kunst van het opzeggen van abonnementen. Het contact met de woningbouwvereniging verliep vriendelijk tot de voorinspectie van de woning. ‘Dat onkruid moet wel weg,’ zei men in plaats dat condoleances mijn man werden aangeboden. Anderhalf uur werd tegen hem gesproken alsof het een reguliere verhuizing betrof, en geen overlijden.
Dit moet toch anders kunnen?
Recente reacties